Verslag Inventarisatie de Moft 2024 aangeboden aan gemeente Ede en Stichting LvP

Overhandiging van rapport “Inventarisatie flora en fauna van de Moft in 2024” aan de gemeente Ede op dinsdag 4-2-2025. V.l.n.r. Liesbeth Hunink, Wim Kuster, André van Lammeren, Ina van Keulen en Jochem van Gooswilligen

Overhandiging KNNV-rapport “Inventarisatie flora en fauna van de Moft in 2024” door André van Lammeren aan Suzette Stumpel, waarnemend voorzitter van de Stichting LvP.

Het rapport “Inventarisatie flora en fauna van de Moft – Bennekomse bos in 2024” is klaar!

In 2024 is – op verzoek van de Stichting Land van Peelen en met medewerking van de gemeente Ede – het bosgebied ten oosten van Bennekom, bekend als de Moft of het Bennekomse bos door een groep van 37 vrijwilligers van de KNNV afd. Wageningen e.o. een jaar lang geïnventariseerd op de planten en dieren die daar voorkomen/leven. In een representatief deel van het gebied ter grootte van 90 ha en enkele daarbuiten gelegen gebieden zoals de Franse Kamp, het Mierenreservaat, Celtic Fields en de Ommuurde Tuin zijn meer dan 1000 soorten aangetroffen variërend van vaatplanten, mossen, korstmossen, paddenstoelen, sprinkhanen en krekels, vlinders, mieren, kevers, reptielen en amfibieën, broedvogels en vleermuizen.

Het rapport van deze inventarisatie is op 2 februari 2025 door Ina van Keulen en André van Lammeren aangeboden aan Wim Kuster en Liesbeth Hunink van de gemeente Ede die voor een deel van het gebied zorg draagt. Op woendag 3 februari is het rapport op een bijeenkomst van Stichting Land van Peelen (LvP) in het Kijk- en Luistermuseum in Bennekom in aanwezigheid van de redactie (Ina van Keulen, Gert-Jan Speckmann en André van Lammeren) overhandigd aan Suzette Stumpel, waarnemend voorzitter van LvP. Het verslag geeft niet alleen een beeld van de biodiversiteit op dit moment maar bevat daarnaast aanbevelingen om de natuurwaarde en biodiversiteit van dit Natura 2000 gebied te vergroten.

In grote lijn bestaat het terrein uit percelen loofbos, gemend bos en naaldbos doorsneden door paden en afgewisseld met enkele heideterreintjes en akkertjes. Opvallend was de toename van broedvogels als de periode 1993-1997 vergeleken wordt met de periode 2017-2023. Tien soorten hadden gemiddeld bijna 3 keer zo veel territoria waarbij de zwartkop als uitschieter zelfs 5 keer zo veel voorkwam. De roodborst staat als één van de 23 soorten broedvogels met 130 territoria aan de top. Toch is het bosgebied in het algemeen niet heel rijk aan soorten en ook zogenaamde rode-lijst-soorten komen maar in klein aantal voor. Het aantal dagvlinders is zelfs bijzonder laag. Deels komt dat door factoren als verdroging, verzuring, vermesting en versnippering van leefgebied. Aanbevelingen die de biodiversiteit ten goede kunnen komen zijn onder andere:

  • Bestrijden van invasieve exoten.
  • Vormen van mantelzoomvegetaties tussen bos en open gebieden komt ten goede van veel insecten waaronder nachtvlinders.
  • Handhaven van oude levende en dode staande bomen voor holenbroeders, vleermuizen, insecten en korstmossen.
  • Handhaven van liggende dode bomen voor onder meer paddenstoelen, mossen en korstmossen.
  • Maatregelen om de Amerikaanse eik te bestrijden aanpassen aangezien die soort nu op veel plaatsen voor verarming van het gebied leidt.
  • Zorgen voor een gevarieerde leeftijdsopbouw in heideterreintjes door verjonging en door het voorkomen van dichtgroei van de heide. Dat is voor veel dagvlinders, sprinkhanen, kevers en ook reptielen van belang.
  • Verbinden van heidepercelen om uitwisseling van dieren te vergemakkelijken.

Dit is slechts een greep uit de voorstellen in het rapport waarvan een digitale versie beschikbaar is op de website van de KNNV afd. Wageningen e.o. onder Publicaties met als titel “Inventarisatie – De Moft flora en fauna 2024”.